Termen van Toverij
De veranderende betekenis van toverij
in Noordoost-Nederland tussen de 16de en 20ste eeuw
Willem de Blécourt
Uitgeverij Sun, 1990
De historische aandacht voor toverij in Europa houdt meestal op bij de criminele vervolging ervan.
Alleen uit de verzamelingen van volkskundigen kan worden opgemaakt dat ook in Nederland de geschiedenis
van de toverij doorloopt tot in een nabij verleden, met toverijbetichtingen en bloeiende praktijken van
onttoveringsspecialisten.
De antropoloog Willem de Blécourt brengt als een van de eersten de doorlopende traditie van toverij
vanaf de zestiende eeuw tot in deze eeuw systematisch in kaart. Hij legt daartoe Drenthe onder de microscoop.
Aan de hand van vooral smaadprocedures en kranteberichten schildert hij de boeiende ontwikkeling van een heden
ten dage meestal als exotisch beschouwd cultureel fenomeen.
Het gaat hem daarbij vooral om de betekenissen van de termen toverij voor de direct betrokkenen: degene die
van toverij beticht wordt, de betichter en de onttoveringsspecialist. De Blécourt haalt zo een vrijwel
verwaarloosd aspect van de geschiedenis van het dagelijks leven naar voren.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)