Mummies uit het veen
IJzertijdmensen tweeduizend jaar bewaard
P.V. Glob
Uitgeverij Strenghold, 1971
De zuren in veenmoerassen hebben een ongewone eigenschap. Zij kunnen een menselijk lichaam gedurende
duizenden jaren zo goed als ongeschonden bewaren. In Noord-West Europa zijn heel wat lichamen gevonden
- misschien wel 700 - in nog uitstekende staat. De meesten ervan zijn van mensen uit de IJzertijd en
1500 tot 2000 jaar oud. Een groot aantal stamt uit Denemarken. Juist met deze Deense vondsten - waaronder
zeer recente en goed gedocumenteerde - houdt Mummies uit het veen zich bezig: in het bijzonder met de
vermaarde man uit Tollund en die van Grauballe.
Professor Glob beschrijft niet alleen een groot aantal van deze merkwaardige ontdekkingen,
waarbij hij soms zelf tegenwoordig was. Hij plaatst ze ook overtuigend in hun historisch verband,
aan de hand van de archeologische en natuurwetenschappelijke kennis, en de berichten van klassieke
schrijvers als Tacitus.
Een fascinerend en tot nu toe nog ongekend beeld van de levende realiteit die schuilgaat achter het
mysterieuze "Gundestrup bekken" wordt ons geleidelijk voor ogen gesteld.
De auteur geeft bijzonderheden over de woonhuizen van de mensen uit de IJzertijd, hun kleding
en opschik, hun gereedschappen, de wijze waarop de misdaad gestraft werd en de goden door
mensenoffers werden verzoend: van de Tollund man wordt aangenomen dat hij werd geofferd ter ere
van de vruchtbaarheidsgodin Nerthus.
Professor Glob is Directeur van het Nationale Museum in Kopenhagen en een vooraanstaand archeoloog.
Behalve talrijke Deense onderzoekingen heeft hij onlangs ook een expeditie geleid ter bestudering
van de Dilmum kultuur aan de Perzische Golf.
Drs. Harsema is conservator van de afdeling prae- en protohistorie van het Provinciaal Museum Drenthe
te Assen. Niet alleen heeft hij verscheidene foto´s toegevoegd van Nederlandse vondsten uit de
IJzertijd, ook heeft hij in het kader van de wetenschappelijke bewerking van het boek, daar enkele
bladzijden tekst aan gewijd.
(Bovenstaande tekst komt van de binnenflappen van het boek)